DE NABIJHEIDSRECHTER

Ton van Mil is advocaat en scheidingsmediator en is geïnteresseerd in nieuwe iniatieven van de rechtspraak. De nabijheidsrechter is zo'n mogelijk nieuw initiatief.




Welkom bij de site van Ton van Mil advocaat scheidingsmediator over de nabijheidsrechter. Meer informatie over Ton van Mil vindt u hier


Deze website geeft meer informatie over de nabijheidsrechter.  Na invoering van de Tijdelijke Experimentenwet Rechtspleging  zal de nabijheidsrechter als  eerste experiment worden ingevoerd. De experimentenwet maakt het mogelijk dat ook partijen tegen hun wil moeten deelnemen aan een experiment. (bron: reactie van het kabinet d.d. 1-10-2021 op het Rechtsstaatrapport 2021 van de Europese Commissie d.d. 21 juli 2021)


De nabijheidsrechter is een idee van het WODC in haar rapport  'Naar een nabijheidsrechter? Een onderzoek naar de inpasbaarheid van de vrederechter in België en Frankrijk in het Nederlandse rechtsbestel.


Het WODC geeft het advies om een vrederechter in Nederland te introduceren onder de naam nabijheidsrechter. Het WODC overweegt: "

Het aanbrengen van een zaak is hier vormvrij en kosteloos, het verloop van de zitting is uiterst informeel en sterk gericht op het bereiken van een oplossing, die wordt neergelegd in een proces-verbaal.

De invoering van een dergelijke procedure dient nadrukkelijk te worden overwogen, waarbij het aanbeveling verdient deze procedure anders dan in België, te laten aansluiten op de ‘gewone procedure’ op tegenspraak bij de kantonrechter in het geval de verzoening niet tot resultaat leidt. Op deze manier kan de conflictoplossende ‘slagkracht’ van de rechtspraak voor deze categorie van zaken – en daarmee de maatschappelijke effectiviteit – fors worden versterkt.

Omdat aan deze ‘doorschakeling’ de nodige processuele vragen en praktische complicaties zijn verbonden, verdient het aanbeveling om de effecten ervan eerst te verkennen in het kader van de Wet Experimenten Rechtspleging. In het bijzonder dient daarbij te worden bezien of als de rechter die de verzoeningsprocedure leidt ook beslist in een opvolgende procedure ten gronde, dit niet zal leiden tot een terughoudender opstelling van partijen. Ook zou het vragen met betrekking tot (gepercipieerde) onafhankelijkheid en onpartijdigheid kunnen oproepen. Het scheiden van de beide rollen gaat echter al snel ten koste van snelheid en effectiviteit. Hier zal een vanuit processuele waarborgen aanvaardbare middenweg moeten worden gevonden, waarbij het in ieder geval van belang is partijen voldoende van informatie te voorzien over fasen in het proces en de rollen van procesdeelnemers. Voor het bereiken van de beoogde effecten van de verzoeningsprocedure verdient het aanbeveling om de toegang tot deze procedure ook in Nederland kosteloos te houden, dan wel het griffierecht te beperken tot ten hoogste de huidige laagste kantoncategorie (waarvan het tarief, zoals aangekondigd door de minister van Rechtsbescherming, in de nabije toekomst zal worden verlaagd).

Voor de herkenbaarheid en ter onderscheiding van de huidige kantonpraktijk, verdient het aanbeveling om de beoogde nieuwe rechterlijke praktijk aan te duiden als (de kantonrechter als) ‘nabijheidsrechter’. De beslissing om voor een dergelijke inpassing te kiezen zal moeten worden gestoeld op een heldere visie op het belang van de rol van de rechter in de samenleving en op een consistent beleid waar het gaat om de toegang tot de rechter. Voor de geloofwaardigheid zal hiervoor op sommige punten expliciet moeten worden gebroken met het beleid in het verleden, dat sterk was gestoeld op het bevorderen van centralisering en efficency in de organisatie van rechtspraak en het stimuleren van alternatieven voor rechtspraak in plaats van het bevorderen van toegang tot de rechter. De beleidsverandering zal geloofwaardig moeten zijn om kansrijk te zijn.

Het onderzoek heeft de kosten en baten van de invoering van een nabijheidsrechter in kaart gebracht.

De kosten zullen oplopen ten opzichte van de huidige kantonpraktijk door toename van de tijd die de kantonrechter gemiddeld aan een zaak zal moeten besteden. Vooral het aantal zittingen en de gemiddelde duur van die zittingen zal toenemen. Daarnaast mag ook een toename van het aantal zaken worden verwacht en zullen de zaken in lijn met het profiel van de Belgische vrederechter door (duurdere) ervaren kantonrechters moeten worden behandeld.

Een volgende kostenfactor is de keuze voor het aantal locaties waar de nabijheidsrechter zitting zal houden, alsmede de dagen waarop en de openingstijden, inclusief de daaraan verbonden kosten van ondersteuning, beveiliging, etc. Gegeven het belang van nabijheid ook in geografische zin voor de zaken waar het hier om gaat (de lokale inbedding) en het feit dat in Nederland de reisafstanden naar rechtspraaklocaties aanzienlijk groter zijn dan in andere landen, is het onvermijdelijk dat het aantal zittingslocaties substantieel wordt uitgebreid. In aanvulling hierop dienen ook de mogelijkheden van een ‘rijdende nabijheidsrechter’ – in lijn met de nieuwe Belgische mogelijkheid voor de vrederechter om zittingen ‘sous l’arbre’ te houden – te worden verkend. "